Hagen Liebing, de voormalige bassist van het punkrockcombo “Die Ärzte” is overleden. Hij overleed deze zondag onverwacht op 55-jarige leeftijd na een korte maar ernstige ziekte, zoals de tip van het Berlijnse stadsmagazine op zijn Facebook-pagina aankondigde: “Het nieuws Uiteindelijk is het voor ons geen verrassing en toch zijn we ontzettend verdrietig.”
Hagen Liebing werd in 1961 in Berlijn geboren en sloot zich in 1986 aan bij de Ärzte en bleef in de band tot ze in 1988 uit elkaar gingen. Toen de Doctors in 1993 herenigd werden, was The Incredible Hagen er niet meer. In 2003 publiceerde hij zijn boek “The Incredible Hagen – My years with 'The Doctors'” over zijn tijd bij de doktoren. Begin jaren negentig werkte de mediawetenschapper eerst als muziekjournalist voor de “Tagesspiegel” en stapte later over op “tip”. Liebing verzorgde tijdelijk ook de public relations voor de sportclub Tennis Borussia Berlin.
Hagen kwam in 1986 bij de doktoren toen Bela B. hem belde en vroeg of hij popster wilde worden. Het eerste gezamenlijke concert was een benefietconcert voor “de echte Heino” in het Berlijnse Tempodrom. Het was het eerste grote succes van de Doctors toen de band enerzijds op weg was naar de hitlijsten, maar anderzijds herhaaldelijk in aanraking kwam met de autoriteiten met zijn opzettelijk provocerende liedjes. Een officiële schandaalband. In tegenstelling tot Rodrigo González en Hans “Sahnie” Runge was hij een ingehuurde bassist en geen lid in de ware zin van het woord. Daarom was de noot “featuring The ongelooflijke Hagen” te vinden op elke Ärzte-cd waaraan hij deelnam. Toen hij lid werd, gaven Farin en Bela hem de keuze om óf in dienst te treden, wat een vast salaris betekende, óf volledig toe te treden, wat zou hebben betekend dat hij de winst moest delen, maar ook de verliezen van de band moest dragen. Omdat Hagen toen nog studeerde, besloot hij de baan aan te nemen. Hij werd in de band gehaald omdat Farin en Bela na Sahnie een rustig persoon in Hagen vonden. In 1988 gingen de artsen uit elkaar en ging iedereen zijn eigen weg. Hij schreef er een paar jaar geleden over op spOnline:
Op een gegeven moment besloten we ons allerlaatste concert in Westerland op Sylt te spelen. In het Kursaal. Omdat er maar zo'n 1.500 mensen in konden, wilden we eigenlijk twee concerten geven, maar dat mocht niet. Het stadsbestuur was bang dat er een ‘punk-invasie’ zou plaatsvinden. Natuurlijk gebeurde dat toch. Omdat het het laatste concert was, kwamen er veel vrienden en kompanen naar het eiland. Rocko Schamoni en de Golden Lemons, Rod Gonzales, die nu mijn opvolger is op bas met de “Ärzen”, Lanrue van Ton Steine Scherben. Er waren ook tourmensen, crewleden, roadies, oude vrienden uit de Berlijnse punkscene en veel fans die ons altijd volgden. We gebruikten ze om 's middags de strandstoelen onveilig te maken.
In de avond was het zover. Kort voor de voorstelling zaten we backstage. Jan deed zangoefeningen. Niet ik. Voor mij was het vruchteloos, en Dirk deed het ook niet. Daarna gingen we het podium op zoals bij elk ander concert.
We gingen naar boven, het was donker en toen iedereen bij zijn instrumenten zat, begon het met een knal: licht aan, muziek uit! Vanaf dat moment was het eigenlijk alleen maar een gebrul van de fans. De normale concertbezoekers waren beneden, onze vrienden zaten boven in een galerij die rondliep. Vanaf het podium kon je iedereen zien. Ik hield iedereen die ik kende de hele tijd in de gaten. En toen iedereen er zo ontroerd uitzag, werd duidelijk dat dit toch geen normaal concert was. Iedereen was zich echt bewust van deze unieke situatie: dit is echt het laatste concert.
Natuurlijk was het nog steeds grappig. Een “Doctors”-concert is altijd grappig. Maar het was zoet en zuur: je had ze allebei. Op een gegeven moment waren we klaar met onze standaardset. Toen pas beseften we dat we niet wilden stoppen. We speelden de toegiften… en daarna nog meer toegiften. Op een gegeven moment beseften we: verdomd, het zou nu eigenlijk voorbij moeten zijn - en toen speelden we nog meer toegiften. Het duurde echt heel lang. Aan het einde hebben we een buiging gemaakt en afscheid genomen van de mensen. Daarna verlieten wij het podium. Op de band speelde muziek die Jan speciaal had opgenomen. Ik weet niet eens meer wat het was aan het begin van het concert. Maar aan het einde werd “Non, je ne spijtte rien” van Edith Piaf gespeeld.
Posted by tip Berlijn on Zondag, 25. September 2016
Tijdens zijn tijd als bassist en achtergrondzanger bij de Ärzte studeerde hij mediastudies. Toen de band in 1993 opnieuw werd opgericht, was hij er echter niet meer. Maar zelfs nadat hij “Die Ärzte” verliet, speelde muziek een grote rol in het leven van de bassist. Hij werkte als journalist, eerst op de muziekafdeling van de Tagesspiegel en later voor het Berlijnse tijdschrift Tip. In 2003 publiceerde hij zijn boek “The Incredible Hagen – Mijn jaren bij 'The Doctors'”. Hagen woonde bij de muziekdirecteur van Radio Eins, Anja Caspary, en hun twee kinderen. Voor mij leeft de ongelooflijke Hagen voort, Hagen zelf heeft natuurlijk geen idee dat hij dood is. Hagen bevindt zich simpelweg niet meer op dezelfde tijdlijn als wij, als een foton dat in nultijd het hele universum kan doorkruisen. Goede reis Hagen, wees voorzichtig. Rot op!